zondag 11 mei 2025

Onderstroom - Eddy D'haenens neemt afscheid

Aangetroffen gedichten in het straatbeeld

(en overal elders in de wereld) (29)




Onderstroom


Verlaat het slijk van rivier en zee,
doorbreek de trilling van nevel
daarboven. Wring zuurstof uit vocht,
ook licht uit de duisternis.
Stijg ten hemel. Schep het goud van de zon
op het bovenste water: hemellicht.

Vertrouw op de wind 
die een lied blaast in octaven.
Vang zo de stuwing van de volle maan,
en spoel met springtij oeverloos aan.
Boen daarmee de straten op
tot ze als een podium glanzen.

Zaai daar engelendons in ieders poriën
En vlieg.
Het is immers tijd voor de onderstroom :
dat vloeibaar kompas
dat droom en verlangen draagt
en vandaag de boventoon voert.

Het wordt wonderlijk
hoe elk hartwater
naakt in het voetlicht staat,
om allen puur en onbeschadigd te zien,
alsof het toch de wereld was die loog.
En dan ieders lach, gulzig en wit.

Daar breekt een eenhoorn uit. En dat ben jij.


© Eddy D’Haenens


Donderdag laatst 8 mei 2025 nam Eddy D'Haenens afscheid als stadsdichter van de Stad Oudenaarde. Hij was zijn stadsdichterschap in mei 2023 begonnen met de publicatie van het gedicht Onderstroom. Dit naar aanleiding van het Cultuurprogramma met dezelfde naam in Oudenaarde.

Omdat dit programma binnen een paar weken opnieuw in Oudenaarde wordt georganiseerd vond Eddy het passend om zijn stadsdichterschap ook met dit gedicht af te sluiten.

Eddy D'Haenens kan als stadsdichter terugkijken op een bijzonder rijk en waardig parcours. Waarvoor, Eddy, in naam van de poëzie en in naam van alle lezers van De Schaal van Digther dank!

Het gedicht 'Onderstroom' verscheen eerder ook al op DSvD. En wel hier. 

Wie de nieuwe stadsdichter van Oudenaarde wordt vernemen we op zaterdag 14 juni 2025.

Label: Aangetroffen gedichten in het Straatbeeld

Eddy D'Haenens neemt afscheid als Stadsdichter van Oudenaarde


vrijdag 9 mei 2025

In dialoog met een dolgedraaide aarde

Notities bij 'In de wind staan', de vierde dichtbundel van Lieve Desmet.

Recensie: Daniël Franck


In dialoog met een dolgedraaide aarde

In de wind staan’ is de vierde bundel van Lieve Desmet, onder meer actief voor ‘Het huis van de dichter’ (Watou) en ‘De eenzame uitvaart’. Eerder verschenen op deze site al enkele gedichten als voorpublicatie uit de bundel, maar dit eindresultaat mag toch nog eens onder de aandacht worden gebracht.

Lieve Desmet wordt nogal eens getypeerd als een moeilijk dichter, maar dat lees je toch niet. Zij laat hier verschillende aspecten van zichzelf zien. Dat vindt ook zijn weerslag in de verschillende aspecten van haar dichterschap. Wanneer het nodig is communiceert zij zeer open en helder, maar in de momenten van inkeer tot zichzelf dikt ook de taal in, wordt die meer aftastend en laat dan ook het ongezegde zinderen.

Vertrekpunt is de existentialistische visie op de condition humaine of zoals het in de flaptekst wordt verwoord: “Tot we weer in het zeegat verdwijnen, staan we aangespoeld in de wind.” Toch blijkt dat je er iets van kunt maken, van dat in de wind staan, maar dat moet je als mens zelf veroveren.

               (fragment uit) ‘Plus1’

Wij durven op dit blauwe uur
in de wind staan met wat we leerden
afleren, tot we weer voeling kregen met de planeet en het hart.

Kom uit je kot en stap mee in schone kleren.
Als vaardige strijders willen wij vuur oppoken
water delen, recht spreken voor de natuur 

van noord tot zuid. Present zijn in uithoeken
in de kleinste huizen van steden een open vraag stellen bij de thee.
Want we geloven in een universele grondtoon 
één zuurstofrijke luchtstroom voor iedereen.


We ontmoeten in deze bundel zeker een geëngageerd dichter, zoals al blijkt uit haar betrokkenheid bij ‘De eenzame uitvaart’, maar Lieve Desmet gaat duidelijk geen enkel pijnlijk maatschappelijk thema uit de weg en dus krijgen we ook onder meer gedichten over Sanda Dia, transmigranten, jongeren met verstandelijke beperking enzovoort. Ze doet dat in heldere, goed afgewogen taal.

Daarnaast komen ook afscheid en het daarmee gepaard gaande verdriet nadrukkelijk naar voor. Dat blijkt al heel snel uit het gedicht ‘Broer’ en blijft een rode draad, zoals naar het einde toe:

 

De laatste kamer

Nog in zijn vel, wijst hij naar het stollend bloed,
zijn blauw gevlekte handen, schriftuur van de lang gevreesde gast.
In deze kamer is wat wij zwijgen taal
waarin mijn huid van dochter verduurt tot perkament. 

In het restje tijd ligt onze bloedlijn open.
Ik die nooit eerder zijn leerling wilde zijn, ik neem aan 
dat dit sprakeloze samen in de ogen kijken voorbij de pijn
troost is, dat hij hier voor mij de zwarte mantel afneemt,
de strenge man de zeis ontneemt. 

Nauwer kom ik niet, besef ik,
als ik met de koude hendel in de hand
de deur moet sluiten. Straks
spreek ik als vallend water alle krassen uit.

 

In deze thematiek dwingt Lieve Desmet de lezer wel tot aandacht en een zekere traagheid bij het lezen, maar voel vooral hoe ze de emoties kanaliseert naar taal, haar houvast. Die emoties worden in deze bundel zeer zeker niet geschuwd, maar de met precisie afgewogen dichtkunst houdt het geheel in balans. Een gave taalbeheersing wordt voortdurend gekoppeld aan geconcentreerde betekenis.

Tussendoor zijn er ook gedichten bij het werk van kunstenaars, zoals van Roland De Winter wiens tekening de cover siert. Knap is dat deze gedichten er ook staan zonder ondersteuning van het beeld.

Er is aan deze gedichten gewerkt tot de taal blinkt als een gepolijste diamant. Voor en achter is er een verlangen naar zee, naar horizon, weg van deze wereld die zo verwond is en waarvan de wonden zich zo moeilijk laten behandelen. Als mens en zeker als geëngageerd mens streven we naar eenheid en harmonie. We kunnen dat wel gebruiken en deze poëzie steekt daartoe een helpende hand uit.

 

© Recensie: Daniël Franck 

Lieve Desmet, In de wind staan, Uitgeverij P, 2024, ISBN 978-94-64757-53-8)

 


donderdag 8 mei 2025

Venetië - Pieter Sierdsma

Venetië


Een waas van licht splitst op de koepels,
het baadt filigrijn in het water van de lagune,
de smalle spitsen van de gondels bewegen vederlicht.

Aanleggen en verlaten,
de stad drijft op licht vertrokken van smalle kaden,
de trage opmars van meerpalen,
stille eskaders die geduldig op de vloed uitrijden.
Tijdig overschrijven ze natte regels ingehouden
van de stil oprijzende gebouwen.

De zon snijdt lichte vlakjes flinterdun tapijt
voor het feest, een optocht van kardinalen
en zegelbewaarders in hun statie.

Riemen haken even in het water
met geluiden die kort uitglijden,
zo snel aan de haal gaan met een verleden.
Ook wat nog komt is gelijkmatig op de heldere rimpeling
in een lichte doezelig verzoend met eeuwig.


© Pieter Sierdsma




woensdag 7 mei 2025

Een halte in de stroom van Hans Van Miegelbeek-De Uitnodiging!

 


Na de voorpublicatie van drie gedichten uit de debuutbundel 'Een halte in de stroom' van Hans Van Miegelbeek hierbij ook nog 's de uitnodiging! 
De bundel is een nieuwe publicatie van Uitgeverij Archipel!
Voorstelling op zondag 25/5/2025 om 15:00 uur in OC Melac in Zwijnaarde.


Aan zee - Hans Van Miegelbeek

Aan zee

 
we rollen uit aan zee
de zon licht op, wind trekt aan de huid 

geen golf kent zijn gelijke
onze cadans van binnenlander breekt 

een dag strekt zich uit tussen handdoekliggen en pootjebaden,
tussen het ongemak van klevende korrels en afspoelende zee 

op de klinkers van de promenade een patroon van zigzag
we struinen van nieuwste zomermode naar déjà-vu 

rode gloed snakt naar een zalvend terras
maanwitte schorten regelen het op en af van glazen 

gespoeld keren we om

© Hans Van Miegelbeek


Voorpublicatie (3/3) uit de debuutbundel ‘Een halte in de stroom’ van Hans Van Miegelbeek die op zondag 25 mei 2025 om 15:00 u. voorgesteld wordt in zaal Melac, Dorpstraat 31, 9052 Gent-Zwijnaarde.
De bundel is een uitgave van Uitgeverij Archipel.

Gastdichters op 25/5/2025 zijn Roel Richelieu Van LonderseleAnnemie DeckmynSteven Van de Putte en Ludo Bleys. Het interview is van Rob De Winter (radio Tequila) en er is muziek van Isaac Poels (altiviool).








dinsdag 6 mei 2025

Kabeltruikind - Hans Van Miegelbeek

Kabeltruikind


vroeger was fier en warm
in moeders gebreide kabeltrui
een draadje als rest, niet ragfijn
of grof maar uitgerokken 

haar ruggengraat kronkelt
nu tegendraads tussen haar eerste string
en laatste nektattoo 

vriendjes, pardon, friends
doen haar wisselen van gedachtengoed
wij, schuldig bevonden
aan haar opgewarmde planeet
werken veel te lang om een pensioenkoek
te delen met een halve wereld 

ze gaat voor alleen maar beter
wil geen eigen kind op uitgedroogde bodem 

een avondzoen kan ze nog niet missen
nieuwe wol wacht op zolder


© Hans Van Miegelbeek


Voorpublicatie (2/3) uit de debuutbundel ‘Een halte in de stroom’ van Hans Van Miegelbeek die op zondag 25 mei 2025 om 15:00 u. voorgesteld wordt in zaal Melac, Dorpstraat 31, 9052 Gent-Zwijnaarde.
De bundel is een uitgave van Uitgeverij Archipel.

Gastdichters op 25/5/2025 zijn Roel Richelieu Van Londersele, Annemie Deckmyn, Steven Van de Putte en Ludo Bleys. Het interview is van Rob De Winter (radio Tequila) en er is muziek van Isaac Poels (altviool).









maandag 5 mei 2025

Lijnen - Hans Van Miegelbeek

Lijnen


strak zijn de lijnen van het huis
hagen en struiken op maat geknipt
er is een tuin voor groen en blote voeten
waar zij kan groeien in haar dans 

hij hangt er rond als een kater, krabt
aan het achterpoortje, zij geeft hem meer dan een kier
in een pas de deux krijgen voeten vleugels
flirten pirouettes en sprongen met een grens 

een zwanger verhaal zoekt een eigen nest
vindt een huis met zachtere lijnen, langer het gras
hagen en beuken milder geknipt 

tot ook zij ouder worden

 

© Hans Van Miegelbeek


Voorpublicatie (1/3) uit de debuutbundel ‘Een halte in de stroom’ van Hans Van Miegelbeek die op zondag 25 mei 2025 om 15:00 u. voorgesteld wordt in zaal Melac, Dorpstraat 31, 9052 Gent-Zwijnaarde.
De bundel is een uitgave van Uitgeverij Archipel.

Gastdichters op 25/5/2025 zijn Roel Richelieu Van Londersele, Annemie Deckmyn, Steven Van de Putte en Ludo Bleys. Het interview is van Rob De Winter (radio Tequila) en er is muziek van Isaac Poels (altiviool).








zondag 4 mei 2025

Stek - Kenneth Swaenen

 


Stek



Er zit tamtam in je jaszakken
beslist geknipte 
stengels en bladeren
voor je uitgebloeide kinderkamer

een speeltuin wild en weelderig
verschijnt in elk seizoen
met dit als voorwaarde:
totale verwaarlozing

ook ik breek
een stuk van je af
houd luchtwortels lang
genoeg onder water

mijn stek
maakt aan

kleur heb ik van jou.

© Kenneth Swaenen


Voorpublicatie uit ‘Blos’ de tweede bundel van de dichter. De bundel wordt voorgesteld in het Letterenhuis op 24/5/2025 om 16:00 u.

Meer info via dit Digther-bericht.



zaterdag 3 mei 2025

Tina - Kenneth Swaenen


Tina

Toen je naam al gebukt ging
en glanzend wit pluis plukte
had je een leven in handen
zonder een grein ambitie
ooit nog wind te vangen

maar rock-‘n-roll heeft
een sterke afterbeat

als verwanten verdwijnen
moet je kiezen tussen
moederziel alleen te blijven
of wat je al vergaarde
tot sterke draden te twijnen

aan je leden verbonden
heb je niet enkel het podium
maar ook de korrel gevonden
al is je zelfgebouwde marionet
snel een lappenpop geworden

touwen heb je niet uit handen gegeven
het gaat om wat mannen van je nemen
en hoewel ze vaak genoeg
je veerkracht overstegen
nam je de benen

dát is pas sexy

na spinnen komt weven
al blijft het moeilijk te geloven
dat je het gemaakt hebt:
het ademt, katoen

prikt niet meer.

© Kenneth Swaenen


Voorpublicatie uit ‘Blos’ de tweede bundel van de dichter. De bundel wordt voorgesteld in het Letterenhuis op 24/5/2025 om 16:00 u.

Meer info via dit Digther-bericht.



vrijdag 2 mei 2025

Zilverwerk - Kenneth Swaenen



Zilverwerk

Boven op je kamer leer je luisteren
naar opengaande laden, kletterend 
bestek en de impasse die daarop volgt

hoe elke kamer die kamer dreigt 
te worden, hoe iedereen lijkt te spreken 
met messen en vorken in hun mond

zelf zou je uit zilverwerk bestaan
want zwaar, onzuiver en in contact
met de lucht zie je zwart voor ogen

en toch poets je jezelf te vaak op
zelfs schaduwen heb je geprobeerd
met zoutkristallen uit te wassen

onze lichamen zijn bewijs geworden

dat we hopen een plek te vinden
zoals kauwen hun vleugels
op de rug laten rusten.

© Kenneth Swaenen


Voorpublicatie uit ‘Blos’ de tweede bundel van de dichter. De bundel wordt voorgesteld in het Letterenhuis op 24/5/2025 om 16:00 u.

Meer info via dit Digther-bericht.



donderdag 1 mei 2025

'Blos' - de tweede dichtbundel van Kenneth Swaenen


Bij Uitgeverij De Zeef verschijnt eind mei met ‘Blos’ de nieuwe en tweede bundel van Kenneth Swaenen. Zijn goed onthaald debuut Witte dwergen werd in 2021 bekroond met de Zeef-Poëzieprijs en uiteraard eveneens door ‘De Zeef’ gepubliceerd.


Blos wordt voorgesteld op zaterdag 24 mei 2025 om 16:00 uur in het Letterenhuis in Antwerpen.

Je kunt Blos vooraf al bestellen via Uitgeverij De Zeef en de bundel op de voorstelling zelf meenemen aan een voordeelprijs van €18.

Meer info: website Kenneth Swaenen

De komende dagen publiceert De Schaal van Digther hier drie gedichten in voorpublicatie. Waarvoor dank.

Het programma op 24/5/2025:

Presentatie: Katelijne Sommen

Inleiding: An Leenders

Yannick van Puymbroeck, Elise Vos en Kenneth Swaenen lezen voor.

Er is muziek van IJsbrand. Roel Richelieu Van Londersele overhandigt het eerste exemplaar waarna receptie en signeersessie.

Meld je aan via kennethswaenen@gmail.com en info@uitgeverijdezeef.be

Uitgeverij de Zeef 

Kenneth Swaenen op Poëzie Centraal




Kenneth Swaenen - Foto: De Oude Pastorie






woensdag 30 april 2025

Halverwege het zebrapad - Pieter Drift

The Road-© Pieter Drift

Halverwege het zebrapad

 
Halverwege het zebrapad staat Melchior stil op het middelste witte blok. Hij wacht op wat komen gaat. Het snelle klikken van het voetvangerslicht vertraagt. Zijn gezicht naar beneden gericht, ogen gesloten. Als ze zouden willen, kunnen ze langs me rijden, denkt hij. Iemand achterin de rij auto’s begint te toeteren.

‘Meneer,’ hoort Melchior. ‘Kunt u een beetje doorlopen?’

Hij doet net alsof hij het niet hoort. Woorden doen hem niets meer. Alles draait om daden.

‘Meneer.’ Opnieuw dezelfde stem. ‘Kunt u een paar stapjes zetten zodat iedereen weer door kan?’

De toon is niet onvriendelijk. Hij voelt dat iemand hem bij de arm pakt en meeneemt. De neiging om tegenwicht te bieden laat hij varen. Hij wachtte op daden en dit is er eentje. Eigenlijk had hij hardhandigheid verwacht. Nog meer getoeter. Iemand roept uit zijn autoraampje: ‘Kunnen die ouwe mensen niet gewoon doodgaan?’

Melchior kijkt Maria aan. ‘Zullen we nog even blijven staan?’

‘Jij wilt echt graag dood hè?’ vraagt ze.

Melchior begint te grinniken. Samen lopen ze naar de overkant. Twee auto’s kunnen erdoor, maar daarna is het verkeerslicht weer op rood gesprongen. Maria laat hem los en hij wil zich direct weer omdraaien, maar zij houdt hem tegen.

‘Niet doen,’ fluistert ze. ‘Mensen zijn tegenwoordig niet meer zo aardig.’

‘Was dat vroeger dan anders?’ vraagt Melchior.

‘Wat ben u van plan?’ De vraag klinkt gemeend.

‘Kijken wat er gaat gebeuren.’

‘Wat denkt u? Mensen worden boos.’

De vrouw pakt hem bij de hand en begeleidt hem naar het eerste terras dat ze tegenkomen.

‘Wilt u een kopje koffie?’ vraagt Maria.

‘Graag.’

Ze bestelt twee koppen koffie. Melchior wacht op wat komen gaat. Als de koffie voor hem is neergezet, wil hij direct het koekje pakken. Maria legt haar hand op zijn hand.

‘Heeft u last van etalagebenen?’

Melchior schudt zijn hoofd. ‘Nee, ik wilde echt weten wat er zou gebeuren…’

Maria pakt het koekje uit zijn hand en stopt het in een keer in haar mond.

‘…en toen verstoorde ik het,’ zei ze met volle mond.

‘Nee hoor, maar eigenlijk wilde ik vooral weten wat de automobilisten zouden doen.’ Melchior pakt het koekje van haar schoteltje en neemt snel een hap.

‘Elke handeling heeft een consequentie.’ Hij stopt de rest van het koekje in zijn mond. ‘Zelfs als je denkt dat er niets op volgt, dan is het gebrek de consequentie.’

‘Dat is geen consequentie. het is vaak alleen maar gebrek aan stilstand. De tijd kan niet stilstaan op de wereld. Er moet wat gebeuren. Het doet er niet toe wat. Ik geloof niet in de vlinder die een orkaan veroorzaakt heeft. Alles is chaos. Zelden zijn de gevolgen logisch.’

Melchior nipt aan zijn koffie.

‘De woorden die jij tot mij richt zijn het gevolg van mijn handelen. Anders had je ze niet tegen me uitgesproken.’

Maria lacht. ‘Touché.’ Ze drinkt haar kopje leeg. Op het laatst houdt ze hem vijf centimeter boven haar mond ondersteboven. Melchior ziet nog twee druppels in haar keel vallen.

‘Niets is voor niets,’ zegt hij.

‘Of alles is voor niets,’ antwoordt ze. ‘Zullen we nu wat anders drinken?’

‘De consequentie van koffie.’ Alle twee schieten ze even in de lach.

Bijna twintig jaar waren Melchior en Henriëtte bij elkaar geweest. Nooit had hij gedacht dat hun bestaan alleen maar een kaartenhuis was geweest. Een half jaar geleden kregen ze ‘s ochtends ruzie om iets kleins. Daar was het begonnen: het einde. Hij wist niet eens meer waar het over was gegaan, maar wist nog wel dat hij begonnen was. Henriëtte was huilend het huis uitgelopen. Als hij het toen had goed gemaakt was er niets gebeurd, maar hij bleef mokkend aan de ontbijttafel zitten. Ergens was iets misgegaan, maar hij wist niet precies waar. Na een half uur besloot hij toch achter haar aan te gaan. Zijn woede was onterecht geweest en die kon hij alleen maar ongedaan maken door zijn excuus aan te bieden.

Aan het einde van de straat bij de zebra was een opstopping. Er was iets gebeurd. Melchior ging er naar toe en zag Henriëtte liggen. Ze lag er gek bij. Iets klopt niet aan haar, maar zijn hersens kregen niet het juiste antwoord tot iemand het hardop zei.

Na twee wijntjes zijn ze nog niet uitgesproken. Voor het eerst, na de dood van Henriëtte, heeft Melchior het gevoel dat hij wenst dat er nooit einde aan dit gesprek zal komen. Maria roept dezelfde warmte op als Henriëtte. Hij wil haar vertellen over die dag. De dag dat alles mis ging.

Plompverloren begint hij met de eerste woorden die aan zijn huig plakken. Wat daarachter verstopt ligt, weet hij nog niet. Hij vertrouwt op de ogen van Maria. Zij zullen hem leiden.

Als hij alles verteld heeft, pakt Maria zijn handen en kijkt hem aan. Even opent ze haar mond maar sluit hem weer. Hij hoort haar even slikken.

‘Wat gruwelijk,’ zegt ze uiteindelijk.

Melchior knikt.

Maria knijpt in zijn handen.

‘…Ik wilde testen wat er met mij zou gebeuren,’ zegt Melchior.

Melchior en Maria staan met z’n tweeën voor het voetgangerslicht. Maria had in het café voorgesteld om nog één keer, en nu met z’n tweeën, stil te gaan staan op het midden van het zebrapad. Om het af te leren. Het licht springt op groen. Maria pakt zijn hand en samen steken ze over. Halverwege stoppen ze. Ze ziet het voetgangerslicht rood worden. Melchior en Maria kijken elkaar aan en wachten op wat komen gaat.

© Pieter Drift


Over de auteur

Pieter Drift (1967) studeerde in 1991 af aan de kunstacademie te Rotterdam. Hij etst, tekent en schrijft. Zie pieterdrift.nl. Samen met Willem Jakobs vormt hij sinds 2012 een kunstenaarsduo. Werk te vinden op jakobsdrift.nl. Publicaties in o.a. Extaze, Ballustrada, Tijdschrift Ei, De Optimist en Ambrozijn. 


zaterdag 26 april 2025

schoon schip maken - Monique Bol



schoon schip maken


déjeuner sur l’herbe. de mand is zwaar
maar het sleuren loont. niets zo gezellig
als bonte ruiten op een deken om de druk
van takken te verzachten, kou te versmachten
even te vergeten waar de pijn woedt

gewoon op het strand wat keuvelen
dromen van wat niet kan, en wij 
samen op de ruiten en jij die al dat lekkers
zo uit de mand in mijn mond schuift.
na het festijn zal je de restjes verwerken

in een quiche, het servies afwassen, de mand
weer opbergen op zolder. dat is het plan
maar dagen, maanden later sliert de mand
nog over de achterbank van je auto,
onze dromen herleiden tot schimmeldraad


© Monique Bol

Op zondag 4 mei 2025 stelt Monique Bol om 11:00 in De Groene Waterman in Antwerpen met ‘we tellen ons in kamernummers’ haar tweede dichtbundel voor. Ze debuteerde eerder in 2021 met ‘er liggen twee holtes op je kussen’ bij Uitgeverij C. de Vries-Brouwers. Ook haar nieuwe bundel verschijnt bij deze uitgeverij. De Schaal van Digther publiceert in voorpublicatie het gedicht ‘schoon schip maken’ uit de nieuwe bundel.

Van 2022 tot 2024 was Monique Bol stadsdichter van haar geboortestad Hoogstraten.

Meer info en bestellen via Uitgeverij C. de Vries-Brouwers.
Site Monique Bol

Monique Bol - Poëziepad van A tot Z - Foto Paul Rigolle


vrijdag 25 april 2025

Poëziewedstrijd 'Poemtata'-Deadline 11 mei 2025

 

"De smaak van water is doorzichtbaarheid"

Tot 11 mei 2025 kan nog met 1 gedicht rond het thema "De smaak van water is doorzichtbaarheid" deelgenomen worden aan de 17° Poëziewedstrijd  van Poemtata.
Hoofdprijs: de publicatie van uw persoonlijke dichtbundel of een midweek voor twee in het gastenverblijf "de Rosmolen" in Ertvelde.

Alle info vind je via deze Vermeylen-link.



dinsdag 22 april 2025

Toy girl - Luc C. Martens

Toy girl                                                                                          

zij stapt traag, vastberaden met wandelstok
hij volgt, waakt met vaste tred, ze dragen sneakers,
leggen badhanddoeken op de eerste rij, zetten
de parasol laag, schuilen voor de laatste zonnesteek 

zij draagt een doorzichtig strandgewaad
en zwarte bikini, alle plooien in harmonie,
streelt zijn bruine buik, grijpt het grijze dons
houvast na elke uitgeraasde storm  

zij leest dikke boeken, hij haalt cocktails,
zij is mijn toy girl zegt hij aan de bar,
ik ben achtentachtig, zij twee jaar jonger 

de zee te ver, het zwembad te diep,
onder de parasol blijft zij zijn lief


© Luc C. Martens


Dit gedicht is een gedicht dat Luc C. Martens schreef n.a.v. de voorbije poëzieweek in januari. Hij ging met dit gedicht in op het thema “Lijfelijkheid” en dan specifiek als persoonlijke invulling “Lijfelijkheid bij ouderen”.



                                                                                                                   

 

 


maandag 21 april 2025

Voor het licht uitgaat - Luc C. Martens

Voor het licht uitgaat                                                                                             

schoorvoetend onder de regendouche,
bedacht voor de val, wrijven zij elkaars rug,
herkennen de plooien van hun trage lijven,
kussen nog steeds met gesloten ogen 

de wereld had voor hen nooit grenzen.
op de bedampte spiegel trekt hij een lijn.
nu de horizon nadert,
haalt het sparen van de rug het van de liefde 

in bed een handdruk
voor het licht uitgaat

© Luc C. Martens


Dit gedicht is een gedicht dat Luc C. Martens schreef n.a.v. de voorbije poëzieweek in januari. Hij ging met dit gedicht in op het thema “Lijfelijkheid” en dan specifiek als persoonlijke invulling “Lijfelijkheid bij ouderen”.




zaterdag 19 april 2025

Wat is luxe - Carla Bogaards

Wat is luxe

Thomas Nagel  schrijft in “Mind and Cosmos. Why the Materialist Neo-Darwinian Conception of Nature is Almost Certainly False”:”Maar ik ben overtuigd geraakt van het idee dat er wel doelgerichte natuurwetten kunnen  bestaan(…) dat er dingen gebeuren omdat ze op een pad liggen dat ergens naar toe leidt.”

Overigens is bovenstaand citaat de consolidatie van wat een bevriende psychiater, ik kwam hem weer eens tegen bij een vernissage,  mij vertelde tijdens een nogal serieus gesprek  over zoiets dat  wel “Het Leven” wordt genoemd. Toen zei mijn gesprekspartner namelijk, je moet je eigen levenspad volgen. Of zei hij “pad”, zonder het woordje “levens” eraan vastgeplakt. Tant pis, het gaat om de kwintessens.

Ik reageerde een tikje verbaasd, pardon, zal wel, hoezo. Maar wat ik niet deed, de daad bij zijn woord voegend, richting garnalenkroketjes  koersen, ik ben er dol op- piramidevormig geschikt op een zilverkleurige schaal - zojuist binnen gebracht door de catering- over mijn schouder tegenstrevend, dit is nou mijn pad. Beetje flauw zou het zijn geweest, maar vooral dom. “Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede”, predikt apostel Paulus, ja dat is wijsheid; ik ben op onderzoek uitgegaan, sindsdien dringt  de  impact van mijn kennis zijn woorden en die van Nagel meer en meer tot me door.

Van die zoektocht, zeker het is een cliché, doe ik verslag. U neem ik mee  op sleeptouw. Wat de uitkomst van deze zoektocht zal zijn…geloof het of niet, de pot met goud aan het eind van de regenboog.  

               In elk geval, er schijnt zoiets te zijn als een pad, niet letterlijk weliswaar, hoewel, je kunt het moeiteloos visualiseren.

Pad komt van het Griekse patos, het betekent  “smalle weg ontstaan door de voetstappen van mensen of dieren die erlangs zijn gegaan”.

Levenspad betekent, het leven voorgesteld als een pad dat  men moet aflopen.

En wat is de connectie met  “levensplan”, dat het ontwerp is voor de inrichting van iemands leven?

Terug naar dat pad, ook in Roodkapjes leven speelt het een rol; de boswachter had haar nog zo gewaarschuwd niet van het pad af te wijken, ze sloeg zijn raad in de wind, door dieper het bos in te gaan. Daar openbaarde zich de weelde aan fauna en flora, in de zoelte bloeiden verleidelijk mooie bloemen, muskuskruid, bleeksporig bosviooltje,  salomonszegel, dagkoekoeksbloem en nog veel meer. Toegewijd als ze was  plukte ze een boeketje voor haar zieke grootmoeder, waar ze op bezoek zou gaan. Ze vlijde het in haar witte, met broderiekant afgezette schortje, vouwde de punten ervan toe; haar schoot een tuintje.

Voorzichtig droeg ze deze rijkdom mee naar het huisje en haar hartje klopte verwachtingsvol, wat wachtte haar daar, behalve grootmoeder zelf, natuurlijk haar vreugde! Ze zou hup twee drie genezen zijn!

    In het mandje aan haar arm lagen, weggeborgen onder het schoon gewassen en glad gestreken glazendoek, een schaaltje aardbeien en een paar sneden roggebrood.

-Charges Perrault zelf, die zijn beroemdheid dankt aan zijn sprookjes verzameling “Contes de ma mère l’Oye”-Sprookjes van Moeder de Gans -heeft het in “Petit chaperon rouge”over koek en boter.-

Grootmoeder was niet zo’n schrokop, en ze at met kleine hapjes. O ja, ze zou voor grootmoeder een kan fris water putten, ze was geen klein kind meer, ze kon best de emmer laten zakken aan het touw, en vol weer op te halen. Blijmoedig, bijna huppelend voortstappend, ging ze haar ’ s weegs.

Uit  het kinderliedje over Roodkapje weten we dat ze niet bang  was voor de wilde dieren waar de boswachter over had gesproken.

Hij zingt, in het bos zijn de wilde dieren, in het bos, in het bos, etc.en zij zingt terug, ik ben niet bang voor de wilde dieren, ik ben niet bang, ik ben niet bang etc.  

Daarna loopt ze de wolf tegen het lijf, is ze  soms zo’n  durfalllig wolvenfluisteraarstertje, hij heeft  verschietende geelgroene ogen 

Roodkapje zou dus dat bewuste, zogenaamd veilige, pad hebben verlaten en toch,  bezweer ik u, zou ze het pad van haar leven blijven volgen.

Ze creëerde  een gloednieuw pad, mens en dier zijn er langs gegaan, en, ze bereikte tenslotte veilig haar bestemming. 

In de versie van Perrault staat dat Roodkapje door  grootmoeder c.q. de  wolf gevraagd wordt in bed te komen liggen. De uitdrukking elle a vu le loup  betekent: zij heeft haar maagdelijkheid verloren. “ Le Loup, la voyant entrer, lui dit, en se cachant dans le lit sous la couverture: ‘Mets la galette et le petit pot de beurre sur la huche, et viens te coucher avec moi.’” 

Ik bedoel dat een meisje op een dag toegeeft aan iets wat verder niet benoemd hoeft te worden.

Over de wolf het volgende: ik moet u het antwoord  schuldig blijven waarom ik een kunstwerk in mijn kamer heb staan, krijt op karton, van een levensgrote wolf, hij lijkt zijn poten te verzetten in zijn mij besluipende loop, zijn kop, aan de schijnbaar behaagzieke licht gebogen hals, naar voren gestoken, hij kijkt me recht in de ogen.

Echter, het  antwoord op de vraag WAT IS LUXE kan ik u wel degelijk geven: je pad, oftewel je eigen levenspad, volgen is namelijk luxe, pure luxe.

Nog dezelfde avond, nadat ik mijn definitieve antwoord op bovengenoemde vraag op typte, werd ik tijdens mijn avondwandelingetje, en het was niet eens volle maan, door het Leven zelf aangesproken.

Mij werd ter plekke een genereus aanbod gedaan, namelijk “een leven in luxe”.

 Ik neigde ernaar om als het ware mijn handen uit te strekken, en het geschenk, zo kan je het wel noemen, in ontvangst nemen.

Het was een groots ding dat ik zou accepteren,  nogal verschillend van zoiets tijdelijks en oppervlakkigs als ontdekt worden door een beroemde couturier die je aanbied zijn topmodel te worden, en  zijn nieuwe collectie te showen op de catwalk.

De situatieschets: op een  dag slenter je  in Parijs op je witte gympjes langs het terras van café De Flor en wordt gespot door deze beroemde couturier. ‘Veuillez  m’excuser mademoiselle...’etc.etc.

Terug naar het aanbod  het Leven. Vooralsnog was mijn reactie:’Okay.’

“Okay” is het symbool voor  de verdichting van een aantal of een samenstel van begrippen in een enkele voorstelling. Het voldoet in elke denkbare situatie  Eigenlijk doet alleen de toonhoogte en intonatie ertoe daarmee kan alles verpest worden.

(C’est le ton, qui fait la musique)

Er volgde een verraderlijk korte tijd van zelfreflectie; welke consequentie moet ik trekken, welke bruidsschat moet ik in brengen; als een gedomesticeerd dier aan de leiband van  diezelfde luxe lopen?

’Wat is er voor nieuws aan’, vroeg ik, en wandelde weg, mijn pad vervolgend.


© Carla Bogaards

* Tessalonicenzen 5:21

*Tevens is de betekenis in het algemeen seks hebben. In dit specifieke geval heb ik gekozen voor de andere uitleg gekozen.     

Naschrift. De hele categorie van min of meer sprookjesachtige  verhalen, in dit geval uit  onze Westerse cultuur staat geboekstaafd, van Odyssee tot Bijbel, Torah en Koran; vergelijkende verhalen ter lering en vermaak.

Dit essay is ook na te lezen op de site van Carla Bogaards.


Carla Bogaards op Wikipedia